Nieuwe alinea
Tekst: Jeroen van den Berg
Regie: Wilbo Kouwenhoven
Locatie: Zaal '77
Datum: 9 juni 2023
Recensie: Kees van Meel
Flarden van gesprekken tijdens een talkshow en werkoverleg tussen de tv-makers, het zit er vol mee in dit stuk De Val van Teater ’77. Door de gesprekken en op gesprekken lijkende scenes kom je als toeschouwer langzamerhand achter de werkelijke gedachten en gevoelens van iedereen. De meest gevierde presentator blijkt in werkelijkheid hevig aan zichzelf te twijfelen, maar door zijn voortdurend “oppompen” van zichzelf en in belang van het programma, gaat hij door. Langzamerhand voel je “zijn val” aankomen. maar vanwege de telkens wisselende spelers die deze rol dragen, komt er een soort evenwicht in spel. De hoofdrol wordt gedragen door iedereen, evenals alle andere rollen. Dat daarvoor af en toe wat “trucjes” worden toegepast, zoals kirrende geluiden van vrouwen, stoort niet vanwege het feit dat ook de mannelijke spelers hetzelfde doen.
Tegelijkertijd met deze manier van regisseren door Wilbo Kouwenhoven wordt de hele wereld rond dit show-werk belachelijk gemaakt en het is een heel herkenbare kritiek op de onechtheid ervan.
De telkens wisselende rollen, vrouwen spelen zichzelf, maar ook spelen ze mannen en andersom, is beslist een aardige vondst. Het mooie is dat dat absoluut niet storend is, al moet je wel telkens even schakelen.
Het absolute breekpunt is dat de talkshowman te ver gaat in zijn manier van omgaan met zijn mensen. Als hij met een minderjarige te intiem contact heeft, slaat de pers toe. Zijn toch al wankele wereld van entertainment stort in, figuurlijk en letterlijk. Hij bloedt leeg als het ware, zijn bloedneus is niet te stelpen. Hij ondergaat het lot dat enkele presentatoren al ondergaan hebben.
Tekst: Robert van Dijk
Regie: Marieke Reijnen
Plaats: Nieuwe Veste Theaterzaal
Datum: 4 juni 2023
Recensie: Kees van Meel
Aan een grenspost van lopen twee bewakers van die grens te paraderen, te marcheren totdat er iemand de grens over wil. Maar dan ontspint zich een absurde dialoog die model staat voor het hele stuk. Onzinnige vragen en eisen die elke persoon die erdoor wil frustreert tot op het bot. Een bruid wil naar haar eigen bruiloft, aan de andere kant van de grens, maar wordt bot tegengehouden. “Nu niet. Kom morgen maar terug. Misschien kan het dan wel.” “Maar het is mijn eigen bruiloft.” Het is een van de dialogen die uitblinken in absurditeit. Argumentatie, ho maar, alleen de nukken en grillen van de bewakers. Hun totale zinloze handelen en dito “gesprekken” brengen een volledige onbalans teweeg waar het de rede betreft. Dat levert absurditeiten op en tegelijkertijd een aaneenschakeling van grimlachen bij de toeschouwer.
Maar zodra je “gewend” bent aan de rollen van slachtoffer en mogelijke passanten van de grens, worden de rollen omgekeerd. De stoere wachter is ineens zelf slachtoffer en andersom. Met andere woorden: in dit stuk dat aan elkaar hangt van absurditeiten is, wordt ook dat weer omgekeerd. Die rolwisselingen zijn wel mooi om te zien omdat iedere speler een andere invulling geeft aan het machtsspel. Als toeschouwer realiseer je je tegelijkertijd dat elke verandering een rolwisseling kan betekenen. Maar door humor in het absurde kun je ook lachen, wel enigszins besmuikt.
Waar dit zich afspeelt, is niet belangrijk, het geeft een beeld van macht en onmacht in een onontwarbare verstrengeling. Bovendien versterkt deze uitgangspositie in het stuk het gevoel van onzekerheid dat in deze wereld rond gaat. Regisseur Marieke Reijnen heeft met Atritka een beeld opgeroepen dat refereert aan macht en onmacht, willekeur en absurdisme, die toch appelleren aan een verschuivende wereld.
Tekst: Ko van den Bosch
Regie en bewerking: Madelief Debeij
Plaats: Landgoed Wolfslaar
Datum: 3 juni 2023
Recensie: Kees van Meel
Doorgefokt zijn ze allemaal wel, de nogal vreemde vogels in dit stuk: de karakters en blijkbaar hun (vaak aangelijnde) honden evenzeer. Dit spel is vooral absurd en vol tegenstellingen, met nogal heftige verhalen die kant noch wal lijken te raken, maar die vaak erg indringend zijn. Seksueel getinte teksten in de “overdrive” zijn dan tegelijkertijd haast ranzig en humoristisch. Door voortdurend op die rand te gaan zitten, blijf je geboeid. Totaal “zinloze” teksten en rare bewegingen vullen het geheel aan.
Er is veel te zien, omdat de spelers over het grote veld verspreid zijn en daar ook allerlei handelingen doen. Zo wordt je aandacht soms weggetrokken van wat speelt op de voorgrond, maar dat is absoluut niet erg, want “alles” is toch niet te volgen.
De dialogen, of moet ik zeggen, de-naast-elkaar-lopende-dialogen, zijn soms zo vlug en bijna onnavolgbaar dat je de draad verliest. Dan volgt er weer een volgend draad die boeit en een deel van het raadsel in het spel vergroot. Wie zijn dit toch, waarom hebben ze zulke perverse gedachten en scabreuze opmerkingen? Wat voor de toeschouwer wel duidelijk wordt , is dat de wereld waarin deze creaturen leven, een schizofrene wereld is. Daarom ook acceptabel, al zijn de vertellingen soms erg over de top. Dat maakt ook dat er te lachen valt, want je denkt dan zoiets als:” Wat zijn die doorgefokt, zeg.”
Een stuk vol actie met veel expressie en een mooie lengte. Het slot maakte alles in één klap duidelijk, mocht je het als toeschouwer nog niet hebben zien aankomen.
Regie: Bert van Gerven
Plaats: ’t Kraaienest
Datum: 2 juni 2023
Recensie: Kees van Meel
Het is altijd goed als er een nieuwe theatergroep opgericht wordt, want in de afgelopen jaren is er nogal wat verdwenen in Breda. Toneelgroep Haagse Beemden is in 2022 opgericht met als doel Mensen uit Haagse Beemden een podium te bieden op het toneel. Dit jaar brengen ze onder andere Mijn droom, een zelfgeschreven stuk over een fabriek waar een groep arbeiders werkt volgens een vastgelegd patroon. Daarin wil de directrice verandering brengen, al vindt iedereen de sfeer goed. Vraag is of het werkelijk zo’n altruïstisch motief is, want de productie wordt met die aanpassing van het vaste patroon ook verhoogd.
Uiteraard is er daardoor reden genoeg voor een hoog oplopend conflict, want de werkers willen niet veranderen. Waarom zouden ze? “Het gaat toch goed”.
Er volgt een staking en een van de arbeidsters loopt weg. Toch is zij het die uiteindelijk het conflict oplost, al zijn er natuurlijk de nodige problemen gecreëerd.
Het decor van het stuk was eenvoudig en daardoor ook makkelijk te verplaatsen, het spel werd zonder franjes uitgevoerd. Een enkele speelster bracht wat meer eigenheid in het stuk, door op overtuigende manier positief recalcitrant te zijn. Regisseur Bert Gerven zou daar in de toekomst wat meer aandacht aan kunnen besteden, zodat de rollen nog meer doorleefd worden.
Uiteindelijk komt er in de fabriek natuurlijk een nieuw patroon tot stand dat zowel werknemers als de directie weer tot elkaar brengt. Graag had ik wat meer overtuiging in alle rollen gezien; hier en daar was het een beetje mat.
Tekst: Alan Ayckbourn
Regie: Merja de Jong
Plaats: Podium Bloos
Datum: 1 juni 2023
Recensie: Kees van Meel
Een bijeenkomst van vrienden die elkaar soms lang niet gezien hadden verloopt vanaf het begin stroef, omdat er veel verborgen leed en rancune onder tafel liggen. De gastvrouw en heer laten dat ook al blijken, al kon die verborgen wrevel nog te wijten zijn aan een sleetse relatie tussen die twee. Als de gasten komen, speelt iedereen de vermoorde onschuld in gesprekken vol niemendalletjes die vooral bedoeld zijn om de tijd te doden en vooral niet over eigenlijke zaken te praten.
Het is meer keuvelen en kakelen, eigenlijk een vertraagd voorspel voor het “eigenlijke spel”. Uiteraard heeft ieder personage wel een “tic” of een zwakke plek. Zo zegt iemand: Als hij maar niet over de dood gaat praten.” Dat gebeurt uiteraard wel, en ook nog eens erg enthousiast, waarbij het lijkt alsof de verteller van het verhaal er plezier in heeft juist daarover uit te weiden. Gelukkig heeft in de verhalen de humor ook een flinke plaats gekregen.
Als Susanne een verhaal vertelt over een jeugddroom, waarbij een blauwe jurk symbool staat voor haar wens om bij de bereden politie te gaan, loopt dat desastreus af. “Dus ben ik maar met Stijn getrouwd, omdat ik niet bij de bereden politie mocht gaan”, zegt ze. Dergelijke nonsenspraat blijkt de opmaat voor het openbreken van veel verdrongen zaken
Het duurde wel even voordat de dik erop liggende en meer verborgen sneren en dubbelzinnigheden goed uit de verf kwamen. De aanloop ernaartoe was iets te veel vol van kletsen met elkaar, waarbij slechts terloops iets van verborgen wrevel en ronduit haat naar voren kwam. Merja de Jong heeft met haar spelers een mooi stuk afgeleverd.
Tekst en regie: Jorg van den Kieboom
Locatie: Belcrumhuis
Datum: 25 september 2022
Recensie: Kees van Meel
“Hier is de lucht dikker dan elders”, is een van de eerste zinnen die gesproken wordt door een stem. Voor mij betekent het in dit theaterstuk dat de lucht ongezonder is dan elders. Het spel gaat over een straat, enig overblijfsel van een deftige stad in opbouw. Gif in de grond heeft de teloorgang veroorzaakt en de inwoners hebben een ridicule manier van overleven gevonden die zich uit in staccato-achtige bewegingen en tics. Vanuit een donker-licht decor hoor je in het begin stemmen en een soort gezang. Dan komt er een stoet van schijnbaar geprogrammeerde bewoners langs. Een optocht die een intense spanning oproept: waar komt dit vandaan en waar leidt dit toe?
Het is logisch dat de inwoners van Sunnyville dit dwangmatig handelen wel moeten laten ontploffen in een orgie van geweld. De spanning die in het eerste deel van dit stuk wordt opgebouwd, leidt hoe dan ook tot een ontknoping, al is die wel diffuus. Blijven de mensen nou mensen en de meervallen meerval of verdwijnt de grens tussen beide, omdat ze elkaars bestaansrecht zijn? Verdrinken de mensen uiteindelijk ook niet in de droogte van hun bestaan, in de droogte die ze zelf geschapen hebben, zoals de meervallen op het droge niet kunnen overleven. Toch proberen de vissen te ontsnappen aan hun habitat met alle desastreuse gevolgen van hun keuze. In ieder geval is het –zeker in onze contreien- een bedreigde diersoort, zoals de inwoners van de straat. dat ook zijn.
Het absurde van deze dorpsstraat, een reliek van de would-be deftig stadje wordt bevolkt door mensen die in een tredmolen van hun eigen gerobotiseerde bewegingen kunnen en moeten overleven. Het zijn geen gestuurde bewegingen door het verhaal, maar overlevingsmechanismen, zodat de tijd nauwelijks vat op hen lijkt te krijgen.
Het begin van dit stuk maakt vooral indruk door de ingehouden belofte van iets onwezenlijks dat staat te gebeuren. De houterigheid, de mechanische bewegingen geven het publiek een blik op een gemeenschap die alleen lijkt te bestaan uit onnodige en onnutte dingen die wel per se nodig zijn om te overleven. Regisseur Jorg van den Kieboom heeft dit alles met KROV erg goed weten uit te beelden. Ook al duurde het enige tijd voordat er wat actie kwam in het spel, toch was dit “voorspel” het sterkste van Sunnyville, omdat het spannend bleef in welke richting zich alles zou ontwikkelen. En dat het zich ontwikkelde, bleek al gauw.